
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Het apparaat aan- en uitzetten
Het hangt van het model of
uw apparaat knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
• Het indicatielampje gaat aan
wanneer de oven opwarmt.
• Het lampje gaat aan als het
apparaat in werking is.
• Het symbool geeft aan of de
knop de kookzones, de
ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
1. Zet de functieknop van de oven op een
ovenfunctie.
2. Draai de knop voor de temperatuur naar
een temperatuur.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de
knop voor de temperatuur in de uit-
stand.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Warme Lucht Voor het braden of braden en bakken van gerechten waar-
voor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan
één roosterhoogte, zonder dat er smaken worden overge-
bracht van het ene naar het andere gerecht.
Boven + onder-
warmte
Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem
en het inmaken van voedsel.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
met botten op 1 niveau. Ook om te gratineren en te brui-
nen.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Knoppen voor de kookzones
De kookplaat is te bedienen met de
knoppen voor de kookzones. Zie de
gebruikshandleiding van de kookplaat.
U dient de hoofdstukken m.b.t
Veiligheid te lezen in de
gebruiksaanwijzing van de
kookplaat.
7
Komentáře k této Příručce